Hondenslede-avontuur vanuit Qaanaaq
In het uiterste noordwesten van Groenland ligt de geïsoleerde Inuitnederzetting Qaanaaq. Door de bijna permanente aanwezigheid van pakijs in dit gebied kwam deze kleine leefgemeenschap pas heel laat in contact met de rest van de wereld. Mannen als Knud Rasmussen en Robert Peary bezochten Qaanaaq/Thule tijdens hun expedities op zoek naar de noordelijke doorgang naar Azië. De huidige bevolking van ca. 600 mensen leeft nog (bijna) geheel van de visvangst en jacht, waarbij de hondenslede van groot belang is. Het is dan ook niet verwonderlijk dat juist deze mensen het besturen van de hondenslede als geen ander beheersen.
De reis in het kort
De reis begint met een vlucht van Kopenhagen via Kangerlussuaq naar Ilulissat, waar u overnacht. Na aankomst heeft u gelegenheid om te wandelen langs de fjord, waar de immense ijsbergen vastgevroren liggen in het pakijs. De volgende vliegt u door naar Qaanaaq in het hoge noorden waar na het inchecken de voorbereidingen voor de hondensledetocht beginnen, maar u heeft ook nog tijd om Qaanaaq te verkennen.
Op donderdag begint de hondensledentocht. De route wordt door het weer en het ijs bepaald. Een mogelijke route is: eerst naar Siorapaluk, een tocht van 5-7 uur. In deze kleine gemeenschap, de noordelijkste ter wereld, wonen ca. 80 mensen. Onderweg wordt overnacht in zeer eenvoudige hutten. Het is de bedoeling dat u dan na vijf dagen op dinsdag weer aan in Qaanaaq terug te komen, waar u zich in het hotel kunt verwennen met een warm bad en een comfortabel bed.
Woensdag vliegt u weer terug naar Ilulissat, waar u nog een nacht verblijft. Het gehuil van de duizenden sledehonden die hier leven, zal de herinnering aan de adembenemende avonturen in het hoge noorden direct weer tot leven brengen.
Vrijdag vliegt u via Kangerlussuaq terug naar Kopenhagen, waar u om ca. 19.00 u aankomt. Op zaterdag kunt u dan weer huiswaarts keren of nog een weekendje Kopenhagen aan de reis toevoegen.