Wandelen en zeilen bij Noord-Spitsbergen
In juni begint de sneeuw op de zuidhellingen te verdwijnen. Onder de sneeuw hebben de plantjes zich al ontwikkelt en het duurt daarom maar even voor de eerste bloemen ontluiken. In de zeevogelkolonies hoog op de kliffen is het een kabaal van jewelste. Duizenden vogels zitten dicht opeen gepakt te broeden. Vanuit een holte onder de klif doen jonge Poolvosjes hun eerste stapjes naar buiten. Op de toendra genieten de rendieren van het frisse groen dat nu weer zo makkelijk bereikbaar is.
De reis in het kort
Deze scheepsreizen in de vroege zomer nemen u mee naar het westen en noorden van Spitsbergen. Vanuit Longyearbyen varen de schepen de Isfjord uit naar de westkust. Op de hoek van de Isfjord wordt Alkhornet bezocht, waar duizenden Drieteenmeeuwen en enkele papegaaiduikers broeden. Vaak lopen hier rendier op de toendra.
Daarna wordt de reis in noordelijke richting voortgezet. Langs de noordwest kust worden plaatsen als Ny-Ålesund en Blomstrand bezocht. Op de noordwesthoek zijn enkele plaatsen die belangrijk waren in de tijd van de walvisvaart. Een stukje Nederlandse geschiedenis is te vinden op Smeerenburg en Zeeuwse Uitkijk.
In het noorden wordt het landschap ruiger. Hier kan zeker vroeg in het seizoen nog pakijs zijn. In sommige jaren kan de doorgang zelfs helemaal geblokkeerd worden. Maar als het ijs het toelaat, zal zeker de Raudfjord bezocht worden, waar met zodiacs langs het gletsjerfront gevaren kan worden en er mogelijk ijsberen gezien kunnen worden.
Op de terugweg zal de imposante Magdalenefjord bezocht worden. De fjord snijdt heel diep landinwaarts. Achteraan bij het enorme gletsjerfront van de Wagonbree zijn vaak ijsberen en Baardrobben te zien. Op het enigszins vlakke deel ligt Gravneset, een plaats met noch enkele restanten uit de tijd van de walvisvaart.
Daarna is het tijd om terug te keren naar Longyearbyen, waar de reis eindigt en u van boord gaat.